TIM BERNE - MATT MITCHELL - ONE MORE PLEASE

Artiest info
Website
bandcamp
Label : Intakt

Saxofonist/componist Tim Berne (1954) behoort al jarenlang tot de improvisatiescene in de New Yorkse jazz, hij heeft inmiddels zo’n 50 albums op zijn naam staan bij verschillende labels, Intakt is de laatste in de rij. Hij werkte in allerlei constellaties zoals Hard Cell, BBC Trio, Science Friction en Snakeoil met pianist/componist Matt Mitchell (1975) werkt hij al meer dan 10 jaar samen, o.a in Snakeoil. Daarom zijn ze enorm op elkaar ingespeeld en hebben ze een eigen muzikale taal ontwikkeld, vast gelegd wordt er nauwelijks iets, het is grotendeels improviseren. De meeste nummers zijn ontsproten aan het brein van Berne met uitzondering van “Number 2” van Julius Hemphill, die een groot inspirator was van Berne en hem ook saxofoon leerde spelen.

Het album begint met “Purdy” een bijna lieflijk nummer als je op de hoogte bent van het oeuvre van Berne, hij speelt alleen altsaxofoon op dit album, geen bariton. Piano en saxofoon kronkelen om elkaar als slangen die zich bewegen op de fluit van een slangen bezweerder. In “number 2” gaat het er letterlijk wat rauwer aan toe, Berne laat zijn sax snerpen en knorren terwijl Mitchell telkens een “tegen aanval” pleegt op zijn toetsen, een uitermate inspirerend muzikaal verhaal ontwikkelt zich hier met bijzonder fraaie momenten. In “Rose colored missive” horen we zowaar een romantische Berne met lyrische uithalen op zijn alt en een bijzonder ingenieuze solo van Mitchell, spannende muziek die bovendien bijzonder aangenaam klinkt, hetgeen niet altijd usance is bij avant garde jazz.

“Middle seat blues/Chicken salad blues” is geen blues in muzikale zin, het begint met donkere piano klanken waarna de sax voorzichtig om de hoek komt kijken en er zich een duet ontwikkelt dat als een klaterende bergbeek naar beneden spoed, een intrigerend muzikaal hoorspel waarin deze twee meesters van de improvisatie tot grote hoogten stijgen; zonder meer een van de hoogtepunten van dit album. In “Motian sickness” zet zich dit muzikale tweegevecht gewoon door, ik vermoed dat de titel verwijst naar de in 2011 overleden slagwerker Paul Motian met wie Berne veel heeft samengewerkt. Het album wordt besloten met het wederom uiterst tedere “Rolled oats/curls” waarin het genieten is van het tinkelende spel van Matt en een uiterst gedreven Tim, een bijzonder einde van een indrukwekkend album dat ik met een gerust gemoed eenieder kan aanbevelen, avant garde en improvisatie zal wellicht mensen afschrikken maar ik zou toch gewoon luisteren en huiveren.

Jan van Leersum.